Lange teugel
Vanuit het werken met de dubbele lange lijnen kan de overstap worden gemaakt naar het werken aan de lange teugel. Er is immers tijdens het werken aan de dubbele lange lijnen al gewerkt aan de menpositie (achter het paard) en een beheerste overgang van stap naar draf en doordraven in een rustig tempo, zodat dit bij te houden is voor de persoon die het paard werkt.
Naast het feit dat het paard getraind wordt, houd de trainer er ook een goede conditie op na. Een uitermate geschikte mogelijkheid om jonge paarden te trainen, paarden in een revalidatie proces, kleine pony’s die niet gereden kunnen worden i.v.m de stokmaat of voor de afwisseling.
Tijdens het werken aan de lange teugel wordt er gewerkt met een (bitloos) hoofdstel en een lange teugel van ca. 5,5 meter. Ivm de lengte kan hiervoor ook een slofteugel gebruikt worden. Er kan optioneel worden gekozen om te werken met een zweepje om het paard extra aanwijzingen te kunnen geven.
De positie waarin gewerkt wordt bevind zich bij de achterhand van het paard (dus schuin achter) of geheel achter het paard. In eerste instantie wordt er gewerkt aan halthouden, achterwaarts en sturen. Zodra dit goed onder de knie is, kan er worden gewerkt aan schouderbinnen/buiten, wijken, verzamelen etc.
De oefeningen vinden aanvankelijk in stap en draf plaats. Als een paard sterk genoeg blijkt verderop in de training, kan er ook worden gewerkt aan oefeningen in galop.
Steffanie van Twuijver met pony Boo